Dune, het nieuwe epos van regisseur Denis Villeneuve dat het beroemde science-fictionboek van Frank Herbert naar het witte doek brengt, is volgens mij wel de populairste film van het moment. Dat vind ik ergens best knap, want de meeste mensen zijn volgens mij niet al te bekend met het werk van Villeneuve (snel! Noem een film van ‘m!) en Dune is ook niet bepaald het meest beroemde verhaal aller tijden. Het boek is zo’n 600 pagina’s en zoals veel science-fictionboeken uit die tijd wat mij betreft nogal saai, en een beetje seksistisch, eigenlijk.
Corona zal helpen, want nu mensen weer een beetje bewegingsruimte hebben willen ze ook weer naar de film, en Dune biedt uitkomst. En hey, de film is groots, spannend en vol intrige en gevaar. Volgens mij staan mensen de laatste tijd ook weer meer open voor de cinema-ervaring, is al dat streamen toch niet zo heel boeiend, maar dat is een verhaal voor een ander stukje.
Er is in 1984 al een verfilming gemaakt van Dune, door niemand minder dan David Lynch. Daar heeft-ie zelf altijd een beetje spijt van gehad, en de film was ook nogal een flop. Wat wil je als je David Lynch, raar op zijn normale dagen, en verantwoordelijk voor dingen als Eraserhead en Twin Peaks, op een blockbuster zet (Lynch werd zelfs gevraagd de (toen) laatste Star Wars-film op zich te nemen!).
Lynch’s film flopte toen onder andere omdat Dune nogal een historisch werk is. Je hebt een hele geschiedenisles nodig om te begrijpen wat er allemaal precies gebeurt. Het speelt zich af op verschillende planeten, gaat over verscheidene families en betreft een hele ruimteoorlog. Villeneuve’s nieuwe versie gaat daar goed mee om – alles blijft behapbaar en wordt zelfs redelijk minimalistisch voorgeschoteld, zonder dat mensen hele speeches gaan lopen afgeven over die en die en wat deze geschiedenis inhoudt en blablabla. Nee, gewoon: welkom op planeet Zus, hier zit de Zo-familie, daar heb je pa die zijn problemen even summier aan zijn vrouw samenvat. Kunnen we verder focussen op de prachtige plaatjes en geweldige decors en kostuums.
Dune gaat over de Atreides-familie, Duke Leto (gespeeld door Oscar Isaac, Poe Dameron uit de nieuwe Star Wars-films), vrouw Jessica (Rebecca Ferguson, van Mission: Impossible) en zoon Paul (Timotheé Chalamet, waar elke meid die ik tegenkom verliefd op is en I do not see it). De familie is populair en succesvol, en heeft de planeet Arrakis toegewezen gekregen, de enige planeet waar spice (specie in het Nederlands) te halen valt, een goedje dat alles kan en waar je dus stinkend rijk mee kunt worden. Deze planeet was eerst van de Harkonnen-familie, gerund door de monsterlijke Baron, die zich zijn planeet niet zomaar laat afpakken en uit is op wraak.
De cast is, zoals u ziet, nogal doorspekt met sterren. Josh Brolin (Thanos), Jason Mamoa (Aquaman), Zendaya (vriendinnetje van de nieuwe Spider-Man), David Dastmalchian (Polka Dot Man in de nieuwe Suicide Squad en vaste acteur van Denis Villeneuve) en Javier Bardem (No Country For Old Men) maken de castlijst af maar zeker nog niet compleet. Iedereen schijnt in hun rol en is uitermate goed gecast, en ondanks het feit dat dit een space opera is, zijn de vertoningen geremd en genuanceerd. Je gelooft dat ze zich de situatie zwaar aanmeten. De Baron is gespeeld door Stellan Skarsgård, die echt enorm de show steelt. Zo lang zit hij in totaal niet eens in de film, maar elke zin die hij uitspreekt is doorspekt van een soort stille woede, een natte haat. Zeven uur(!) in de make-upstoel maakt van hem een ranzige, vadsige bal blubber, die met zijn lange gewaad en donkere kleuren iets wegheeft van de rups van Alice in Wonderland, maar dan kwaadaardig. Een scène waarin hij een oliebad neemt toont op metaforische wijze zijn ware aard: een gluiperd, vol van gal. Ik heb in tijden niet zo genoten van een vertoning – ik wachtte steeds weer vol verlangen naar zijn volgende verschijning.
Denis Villeneuve is een meesterregisseur (ga Arrival kijken, nu), dus dat hij een geloofwaardige wereld creëert verbaast me niks. Dat was hem gelukt in Blade Runner 2049, dus hier draait hij daar ook zijn hand niet voor om. Maar hij weet ook precies waar hij het moet inzetten. Waar hij in Blade Runner echte cyberpunk neerzet, grauwe straatjes en vieze huisjes en sjofele, overdreven kostuums, maakt Villeneuve dat in Dune elke planeet zijn eigen stille cosmos representeert. De planeet van de Harkonnens is zwart en strak, duister metaal en felle lichten. De planeet waar de Atreides-familie vandaan komt is een wonderschoon stukje natuur, vol fjorden en mist en huizen die uit de bomen gehouwen lijken te zijn. Arrakis, de woestijnplaneet, is droog en groot, en dat ziet men ook terug in de kostuums van de inwoners en hun verblijfplaatsen. Hoge muren van zandsteen, lappen stof tegen de elementen, zelfs de technologische apparatuur heeft iets weg van beestjes; vliegtuigen met insectenvleugels, sabels als wapens, geheime gangen die meer weghebben van druipsteengrotten. De cinematografie is fantastisch, elk shot is een schilderij.
Ja, de wereld van Dune gaat leven, maar dat moet ook wel, want om heel eerlijk te zijn: na 2 uur geloofde ik het wel. Het duurt maar en het duurt maar, en ondanks het feit dat we er echt ontzettend veel politieke intrige doorheen jagen (en dan hoor ik dat er nog heel veel uit het boek is geknipt) blijft alles toch een beetje zweven op de oppervlakte. Op de Baron na is niks of niemand heel driedimensionaal, en het meest intrigerende is wellicht nog de bijna incestueuze relatie die Paul met zijn moeder heeft, aangezien ze allebei mentale krachten hebben en wellicht zelfs een belangrijke profetie waar kunnen maken. Dune wordt interessant als we dichterbij de personages komen, zien hoe zij omgaan met wat er om ze heen gebeurt en waar ze zich in bevinden, maar dit gebeurt zelden. Aangezien we alles moeten aanschouwen, en alles is een heleboel in dit geval, blijft de hele situatie een poppenkast, een uitgesmeerde samenvatting van het dikke boek. Er moet een deel 2 komen als deze film succesvol is (dus je hebt niet eens een garantie dat je het einde te zien krijgt), en eigenlijk is deze hele film voorbereiding op die deel 2. Hopelijk wordt alles dan wat echter.